Inzet DT&V op vreemdelingen uit het strafrecht

Naar aanleiding van recente berichten in de media over het uitzetten van vreemdelingen die uit de gevangenis komen, geven wij in dit bericht nadere informatie over dit onderwerp.

Problematiek

In de berichtgeving wordt aandacht gevraagd voor het volgende. In de Nederlandse gevangenissen verblijven ook vreemdelingen. Na afloop van hun straf is het hun plicht om Nederland te verlaten.

In 2020 zijn 950 vreemdelingen vertrokken tijdens of aansluitend aan hun gevangenisstraf. Bij 66% van deze vreemdelingen is aantoonbaar vast gesteld dat zij zijn teruggekeerd. DT&V noemt een vertrek aantoonbaar als bijvoorbeeld DT&V-medewerkers zijn meegereisd of de vreemdeling op Schiphol bij het vliegtuig hebben afgeleverd. Ook kan een andere (internationale) organisatie de vreemdeling begeleiden bij zijn vertrek en vervolgens aantonen dat dit vertrek heeft plaatsgevonden.

Bij 34% van de vreemdelingen uit het strafrecht is het niet aangetoond dat zij Nederland hebben verlaten. Zij kunnen in Nederland zijn gebleven en in de illegaliteit terecht zijn gekomen of ze kunnen naar een ander (Europees) land zijn vertrokken.

In de afgelopen jaren is het percentage aantoonbaar vertrek bij deze groep vreemdelingen rond de 80% geweest. Het lagere percentage in 2020 is met name te wijten aan het gebrek aan vertrekmogelijkheden door de coronamaatregelen die wereldwijd zijn genomen. Landen beperkten daardoor de mogelijkheid tot inreizen en de mogelijkheden om te reizen, waaronder vliegen, namen fors af: zelfs voor vreemdelingen die wel wilden terugkeren. Op 8 januari 2021 heeft de staatssecretaris een brief over de invloed van COVID-19 op het migratiebeleid naar de Tweede Kamer gezonden. In deze brief wordt ook ingegaan op de lagere percentages aantoonbaar vertrek.

Inzet DT&V

De inzet van de DT&V en van DT&V-medewerkers die zich met deze groep vreemdelingen bezig houden is erop gericht om, binnen de wettelijke mogelijkheden, het percentage aantoonbaar vertrek zo groot mogelijk te laten zijn. We doen dit werk met volledige inzet en in de volle overtuiging om Nederland zo veilig mogelijk te maken. Hiertoe gaan we al ver voor afloop van de gevangenisstraf het gesprek aan met de vreemdeling om hem/haar te wijzen op de plicht om te vertrekken en het feit dat in Nederland voor hem/haar geen toekomst ligt.
    
 

De DT&V ondersteunt bijvoorbeeld bij het verkrijgen van reispapieren bij ambassades (de vreemdeling zit immers in de gevangenis). Indien vertrek nog niet gerealiseerd kan worden, kan de DT&V over gaan tot het opleggen van vreemdelingenbewaring, aansluitend op de gevangenisstraf. Dit betekent dat een vreemdeling die niet in Nederland mag verblijven, en niet uit zichzelf vertrekt, in bewaring wordt gesteld. Meestal is dit in het Detentiecentrum Rotterdam. De rechter toetst of de bewaring terecht is. De bewaring kan dus worden opgeheven.
 

Als een vreemdeling niet wil terugkeren en vreemdelingenbewaring niet mogelijk is of wordt opgeheven, dan is onbekend waar hij of zij heen gaat na afloop van de gevangenisstraf of vreemdelingenbewaring. De vreemdeling is immers illegaal en heeft geen woning. De vreemdeling verdwijnt dan uit het zicht van de DT&V.

Feiten en bronnen

De rijksoverheid publiceert maandelijks de kerncijfers asiel en migratie. Op de site vindt u de kerncijfers over 2020 waarin bovenstaande cijfers zijn opgenomen. Deze cijfers zijn 4 februari 2021 gepubliceerd. Iedere maand worden de cijfers aangevuld.

Begrippen

In de media en het maatschappelijke debat worden de begrippen asielzoekers, vreemdelingen, vluchtelingen en migranten door elkaar gebruikt. De DT&V gebruikt het begrip vreemdelingen. Dit sluit aan bij de Vreemdelingenwet die we uitvoeren. Bovenstaande groep vreemdelingen is zeer divers van samenstelling. Een bolletjesslikker of een toerist die tijdens zijn vakantie in Nederland een strafbaar feit pleegt, is wel een criminele vreemdeling maar geen asielzoeker of (kennis)migrant.

Misverstanden

In het debat komt wel eens aan de orde dat er geld aan de vreemdeling wordt verstrekt als de vreemdeling belooft te vertrekken. Dat is niet zo. De DT&V mag beperkt financiële ondersteuning aanbieden, bijvoorbeeld voor de reis van het vliegveld in het land van herkomst naar het geboortedorp. Dit gebeurt pas als de vreemdeling aantoonbaar vertrekt en vindt ofwel plaats op Schiphol, bij het instappen in het vliegtuig, of pas in het land van herkomst. Dit vindt niet plaats op basis van beloften.

Meer weten?

Meer weten over de inzet van DT&V-medewerkers op dit onderwerp? Lees dan het verhaal in VreemdelingenVisie. Op de website van Vreemdelingenvisie staan veel artikelen over ons werk en dat van de IND en COA.