Asielaanvraag vanuit vreemdelingenbewaring

Als de vreemdeling in een detentiecentrum een aanvraag (regulier/asiel) doet, overlegt de Uitvoerend Ambtenaar (UA) telefonisch met de bewaringscoördinator van de IND op AC Schiphol.

In de meeste gevallen wordt beslist dat betrokkene op een andere grond in vreemdelingenbewaring wordt gesteld (artikel 59 lid 1 onder b of 59b Vreemdelingenwet). De aanvraag wordt in zo’n geval binnen de vreemdelingendetentie afgehandeld.

De IND op Schiphol behandelt een asielaanvraag in maximaal zes weken. De vreemdeling wordt hiervoor overgeplaatst naar het Aanmeldcentrum Schiphol. Als de aanvraag wordt afgewezen, kan de bewaring tijdens de beroepsfase worden voortgezet, afhankelijk van de individuele omstandigheden. 

Na afwijzing van de aanvraag kan de Uitvoerend Ambtenaar of de KMar een nieuwe maatregel opleggen om weer aan de terugkeer te werken.

Mocht de IND besluiten dat de asielaanvraag niet binnen de gestelde termijn van zes weken kan worden afgehandeld, dan wordt de vreemdelingenbewaring in overleg met de bewaringscoördinator van de IND opgeheven en wordt de vreemdeling uitgeplaatst naar een COA-locatie. De asielaanvraag wordt dan verder in de verlengde asielprocedure afgehandeld.